“Geen dag is hier hetzelfde, en dat vind ik heerlijk! Ik houd van structuur en ben georganiseerd, maar er moet wel dynamiek zijn. Dat zorgt voor uitdaging en die is er genoeg bij Vecht en IJssel. Zo zijn we bijvoorbeeld op alle locaties bezig met de transitie van verzorgingshuis naar verpleeghuis. Dat betekent complexere casuïstiek, want je levert ook complexere zorg. Maar ook de kans om verbeteringen door te voeren en toekomstbestendige zorg te kunnen leveren. Je moet met veel verschillende dingen rekening houden, dat vind ik ook het leukst aan mijn werk.

Ik wil zo goed mogelijke persoonsgerichte zorg verlenen; als een bewoner bijvoorbeeld graag uitslaapt, dan kan dat vaak vrij makkelijk opgelost worden in het schema. Maar ik vind het belangrijk juist verder dan dat te kijken: ik kijk altijd of cliënten nog doelen hebben in het leven, iets wat ze nog graag willen doen. Als hulpmiddel hebben we hiervoor een levenseindeboom gemaakt, met 10 vragen die de laatste etappe van de levensreis in kaart brengen. Hierover kun je dan in gesprek met de bewoner. Zo kom je erachter wat diegene belangrijk vindt en wat je daarover moet weten. Hier kan ik dan mijn zorg op aanpassen en wordt deze echt persoonsgericht.

Naast verpleegkundige, ben ik ook ambassadeur zorgtechnologie. We kijken als ambassadeurs naar uitdagingen op de werkvloer en of daar we daar een passende innovatieve oplossing voor kunnen vinden. Ik heb hier een aparte een opleiding voor gedaan, waarin ik leerde innovatietrajecten te doorlopen en ook te kunnen implementeren. Zo doen we nu een pilot met de BedSense, een sensor waarmee we onder andere inzicht in het dag- en nachtritme van onze individuele bewoners krijgen. Door deze innovatie kunnen we dus betere persoonsgerichte zorg leveren. Mijn kennis en ervaring die ik binnen Vecht en IJssel heb opgedaan, in combinatie met innovatie, zorgen ervoor dat ik de zorg kan leveren die ik wil en past bij het verpleeghuis van de toekomst.”